Tuinbonen kweek ik voor mijn vader in de moestuin, hij is er gek op. Zelf vind ik ze wat minder lekker, maar ik vind het wel erg leuk om ze te verbouwen. In deze blog leg ik je uit wat tuinbonen zijn, wanneer je tuinbonen kunt zaaien en geef ik je tips voor de beste standplaats voor tuinbonen. Ook vertel ik over bemesting en wat je kan doen tegen luizen.
Wat zijn tuinbonen?
Tuinbonen zijn stevige, behaarde peulen met daarin twee tot vijf dikke bonen. Ze hebben een vrij zachte schil die bleekgroen van kleur is. De dikke bonen die zich binnenin de schil bevinden, worden gebruikt in de keuken. Tuinbonen hebben vaak een bittere smaak en worden gekookt of gestoomd gegeten. Hoe ouder de boon, hoe sterker de smaak van de tuinboon naar voren komt. Jonge, niet te grote tuinbonen zijn het lekkerst vanwege de zachte en volle smaak.
Wanneer kan je tuinbonen zaaien?
Je kan tuinbonen binnen voorzaaien in januari en februari. Vanaf maart tot en met mei kunnen tuinbonen buiten in de volle grond worden gezaaid.
Tuinbonen binnen voorzaaien
Ik gebruik zelf de deep rootrainer om tuinbonen in voor te zaaien. Hierdoor kunnen de wortels zich goed ontwikkelen en wordt het uitpoten in de volle grond makkelijker. Vul je zaaitray met zaai- en stekgrond en zaai de tuinbonen ongeveer drie centimeter diep. Maak de grond vochtig, maar niet te nat. Zet je zaaitray daarna op een warme, zonnige plaats. Zorg ervoor dat je de grond steeds goed vochtig houdt. Als de zaailingen ongeveer tien centimeter groot zijn, zijn ze groot genoeg om buiten te worden uitgeplant. Laat de tuinbonen wel eerst afharden voordat je ze in de volle grond zet.
Tuinbonen buiten zaaien
Tuinbonen kunnen buiten worden gezaaid van maart tot en met mei, dan is de grond voldoende opgewarmd. Tuinbonen doen het goed in vochtige grond. Zaai de tuinbonen ongeveer drie centimeter diep, met tien centimeter tussen de zaden. Je kan tuinbonen het beste in rijen zaaien, zo kunnen ze elkaar ondersteunen. Houd daarbij een rijafstand van 45 centimeter aan. Zorg ervoor dat de grond goed vochtig blijft.
Beste standplaats voor tuinbonen
Tuinbonen worden best groot en kunnen daardoor snel omwaaien. De beste standplaats voor tuinbonen is daarom een zonnige, beschutte plaats. Tip van Ronald: zaai de tuinbonen naast peulen of doperwten. Deze groeien vaak langs rekken waardoor je een natuurlijke haag creëert.
Bemesting van tuinbonen
Tuinbonen moet je iets meer bemesten dan alle andere peulvruchten. Mix voordat je ze uitpoot wat extra compost door de grond. Hierdoor krijg je sterke planten. De tuinbonen hebben ook meer water nodig dan de andere peulvruchten, dus geef ze voldoende water.
Tuinbonen en luizen
Vaak krijg je last van luizen in de planten van de tuinbonen. Als je de eerste plant ziet waar luis in zit is dat het moment om de top van de plant te verwijderen. De luizen zitten het liefst bovenin de top van de planten. Hier hopen zich namelijk de meeste suikers op. Op de foto's hieronder laat ik je zien hoe je de top kunt verwijderen.
Op de twee linker foto's zie je de top en hoe je deze vast kunt pakken om de top de verwijderen. Trek de top los vanaf het punt waar je hem hebt vastgepakt. Op de derde foto zie je hoe ik dat doe. Op de vierde foto zie je dat de top verwijderd is en er nog een klein stukje van de steel is overgebleven.
Wanneer oogst je tuinbonen?
Vanaf juni tot en met augustus kunnen de tuinbonen worden geoogst, afhankelijk van wanneer je ze hebt gezaaid. Vaak duurt het twaalf tot zestien weken voordat je kunt oogsten. Wanneer de tuinbonen ongeveer twaalf tot vijftien centimeter groot zijn, kunnen ze worden geoogst. Een goede maat voor de peulen is ongeveer één centimeter. Als ze groter zijn, smaken ze vaak wat melig.
Het oogsten doe je het beste door de peul naar beneden te trekken, langs de stengel. Zo breek je de peul los van de plant.
Tuinbonen bewaren
Na het oogsten van de bonen kun je ze zeker drie dagen in de koelkast bewaren. Als je ze langer wilt bewaren, kan je ze invriezen, inmaken of drogen.
Tuinbonen invriezen
Tuinbonen zijn bevroren enkele maanden houdbaar in de diepvries. Blancheer de tuinbonen kort nadat je ze hebt geoogst en laat ze daarna snel afkoelen in ijswater. Verpak ze daarna in luchtdichte bakjes of zakken en leg deze zo gauw mogelijk in de diepvries.
Tuinbonen inmaken
Een andere manier om tuinbonen langer te bewaren, is door ze in te maken. Dit kan je bijvoorbeeld doen met azijn of een zoutoplossing.
Tuinbonen drogen
Om tuinbonen te kunnen drogen, spoel je de boontjes goed af en verspreid je ze op een bakplaat of een schone doek. Leg deze doek of bakplaat op een goed geventileerde plek waar geen direct zonlicht schijnt. Schud de bonen regelmatig en laat de bonen hier enkele dagen tot een week drogen. Als ze goed droog zijn, kan je ze bewaren in bijvoorbeeld een glazen pot. Als tuinbonen goed worden gedroogd en worden bewaard op een koele droge plaats, kunnen ze tot één jaar bewaard blijven.
Dit vind je vast ook interessant:
Hoe kan je zaaien in de moestuin?
Acht dingen die je kan doen in je moestuin in maart
Wat is afharden en hoe kan je dat het beste doen?
Reactie plaatsen
Reacties